De Cordyline australis is een buitengewoon sierlijke plant
met een tropische uitstraling.
Oorspronkelijk komt deze plant (voornamelijk) uit Nieuw Zeeland.
Een veelgebruikte Engelse benaming is Cabbage Tree.
In Groot-Brittannie en Ierland kom je ze bijna overal tegen.
In tuinen, maar ook in bloembakken, bloemperken op straten en pleinen
en in parken.
Het assortiment aan Cordylines in tuincentra e.d. is daar vaak
redelijk uitgebreid.
In Nederland is het nog niet zo'n bekende, maar toch begin je ze ook
hier steeds vaker te zien.
Cordylines worden ook in Nederland gekweekt.
VERZORGING ETC.
Standplaats Liefst in
de zon/half schaduw en liefst op een wat beschutte plek.
Let
wel op!, dat bij vooral de rood/roze Cordylines, die een hele
zomer lang in
zeer
felle zon staan, het blad kan verbleken, (zie ook bij de beschrijving
van Cordyline
australis
Southern Splendour).
Erg
jonge Cordylines kunnen door te veel en te fel zonlicht zonnebrand
schade oplopen.
Volle grond Goed
doorlatende grond, want hij houdt niet van natte voeten.
Pot
Liefst een ruime sierpot, deze kan langs de binnenkant e.v.t. worden
bekleed met
stroken piepschuim, dit beschermt zowel de plant als de pot tijdens
vorst.
Plant
met binnenpot kan ook in de met piepschuim/aarde gevulde sierpot worden
gezet.
Het
beste echter is om een binnenpot zo in de lege sierpot te zetten.
Goede
waterafvoer en makkelijk verplaatsbaar.
Veelkleurige
aardewerk potten zijn sierlijk en vallen niet snel om.
Zelf
gebruik ik meestal gewone potgrond met wat grof (brekers) zand er doorheen
gemengd,
voor
een goede water afvoer.
Vele kleintjes maken 1 grote.
Niet genoeg kleine sierpotten, neem dan 1 grotere sierpot en zet daarin,
ondersteboven,
een passende plastic binnenpot.
En daar kunnen dan meerdere kleine plantjes op gezet worden.
Een Cordyline kan flink groeien.
Staat hij in een pot dan moet hij van tijd tot tijd worden verpot naar
een ruimere pot.
Deze armoedige Cordyline heeft al een stammetje gevormd en
zal dus al wat ouder zijn.
Toch staat hij nog in een te ondiepe plantenbak (bak lijkt groot op
foto maar is dat niet).
Regen
Bij hevige en vooral langdurige regenval zijn Cordylines beter
af als ze een tijdje
kunnen
schuilen, zoals hier onder een afdakje of anders binnen zetten.
Wanneer
grote Cordylines vanwege hun lengte of breedte niet meer naar
binnen kunnen,
dan
kan er (tijdens de regen) plastic over de pot heen worden gespannen
om zo toch nog in
ieder
geval de wortels wat te sparen tegen overmatig vocht.
Bij
zeer vochtige omstandigheden en hoge temperaturen ligt kroonrot op de
loer.
Schimmels
gedijen blijkbaar goed bij dat soort weersomstandigheden (zie verder
Ziekten).
Op
de foto hiernaast is te zien hoe, na een heftige onweersbui tijdens
een broeierige zomeravond,
alles
oranje kleurde.
Storm
Om bladschade en scheef waaien, tijdens een stevige storm, te
voorkomen kan het nuttig zijn om
de
bladeren op te binden of indien mogelijk de planten even binnen zetten.
Na
een winter waarbij de ene storm bijna direkt werd opgevolgd door weer
een nieuwe
storm zien deze Cordylines, aan de Engelse zuidkust, er behoorlijk
afgemat en scheef uit.
Vorst
is meestal het probleem niet want vriezen doet het er daar nauwelijks.
De meesten zullen echter wel weer redelijk herstellen.
En na vier mooie zomermaanden lijken diezelfde Cordylines inderdaad
weer helemaal
in orde, zie foto hiernaast.
Toch jammer dat sommigen zo scheef staan.
Sneeuw
Door hevige sneeuwval kan het blad sterk naar beneden gaan
buigen, zelfs zo ver dat het
niet
meer goed omhoog komt, dus ook dan maar even opbinden.
Vriest
het ook nog eens flink dan, indien mogelijk, beter naar binnen.
Vorst
Langs de kust in Nederland valt het met de vorst doorgaans nogal mee.
Een paar graden vorst geeft meestal geen enkele beschadiging.
Vriest
het wat harder dan zou ik de nog jonge planten even binnen zetten en
de
oudere
planten opbinden of indien mogelijk ook even binnen zetten.
Gaat
het echt flink vriezen, dan, wat echt niet naar binnen kan flink inpakken.
Vliesdoek
schijnt het beste te zijn, zelf gebruik ik noppenfolie, omdat ik daar
makkelijk aangekomen ben.
Wel alleen tijdens de vorst, daarna weer gauw uitpakken.
Ook
een schuurtje wat misschien niet helemaal vorstvrij is kan toch al gauw
voldoende
bescherming
bieden.
Het
gaat er vooral om dat de kroon goed wordt beschermd, als de overige
bladeren
vorstschade
oplopen worden ze er niet mooier op, zie foto hiernaast, maar op den
duur
worden
deze bladeren wel weer vervangen door nieuw blad.
Water geven 's Winters weinig, ’s
zomers niet laten uitdrogen.
Bemesten In het
voorjaar wat koeiemest korrels door de aarde heen.
Ongedierte Hebben nauwelijks
last van ongedierte, kan wat worden aangevreten door slakken.
Wel
is er een opmars van de taxuskever, zie foto hiernaast.
Hij vreet 's nachts hapjes uit de bladranden en zijn larven kunnen het
hele wortelgestel
van
een plant opeten.
Ook
al is de Cordyline misschien niet direkt zijn meest favoriete
plant, toch heb ik ook
al eens zijn larven tussen de wortels gevonden.
De
taxuskever verstopt zich overdag graag ergens onder, bijvoorbeeld een
plankje of
tegel en is dan makkelijk te vangen.
Ziekten Schimmels
kunnen echt een probleem zijn, daardoor kan ook de kroon verrotten.
Na een vorst periode wanneer de plant wat aangetast is door vorst,
bij warm, broeierig
weer of wanneer de plant een groeispurt doormaakt, maar soms ook
zomaar, zie
je
dat het nieuwe opkomende blad aan het verrotten is.
Dit
heeft mij helaas al de nodige Cordylines gekost.
Preventief
besproeien met een anti-schimmelmiddel (is wel giftig) vooral in de
kroon.
Zou
bij de Cordyline de kroon nog maar gedeeltelijk zijn aangetast
dan z.s.m. de
aangetaste bladeren wegnemen en daarna gelijk besproeien
met een anti-schimmelmiddel.
Ik heb meegemaakt dat het groeiproces na enige tijd weer gewoon verder
ging.
Meestal echter zet de verrotting door.
Op het blad kunnen ook schimmelvlekken voorkomen.
Of
dit echt te voorkomen is, is mij niet bekend.
Misschien ook hier weer preventief besproeien, of na de aantasting besproeien
(anti-
schimmelmiddel).
Eventueel eerst het ergst aangetaste blad verwijderen.
Cordylines
lijken tegenwoordig wat minder bestand te zijn tegen schimmels.
Belangrijk is ook, om na bloesemval in het voorjaar en na bladval in
het najaar, de
kroon
van de plant schoon te maken.
Door
ongunstige weersomstandigheden zie je vaak dat oude (onderste) bladeren
versneld
afsterven.
Zijn
er beschadigingen ontstaan aan de stam en/of wortels, bijv. door vorst,
dan
kan er een bacteriele infectie opvolgen (slime flux).
Dit
hoeft lang niet altijd fataal te zijn.
Wortelrot
ontstaat nogal eens door te veel water en een slechte water afvoer.
Sudden
Decline is een ziekte waarbij al het blad uiteindelijk afsterft gevolgd
door het
afsterven
van de plant zelf.
Een
ingewikkeld verhaal over een bepaald soort bacterie 'phytoplasma australiense'
zou
hiervan misschien de oorzaak kunnen zijn.
Of
dit ook in Nederland voorkomt is mij niet bekend.
Foto's
zijkant van boven naar beneden:
volledige verrotte kroon, herstelde kroon en twee keer aangetast blad.
Wiebelen Een
Cordyline kan wel eens wat los komen te staan, hij is dan heen
en weer te bewegen,
wat
natuurlijk niet goed is.
Bij
harde wind kunnen ze flink scheef waaien.
Een
paar kleine stokken dicht bij de plant kan erger voorkomen.
Gevaarlijk In tegenstelling
tot Yucca's en Agaves, die met hun scherpe bladpunten, snijdende bladranden
en
stekels, iemand kunnen verwonden, is dat bij de Cordyline nauwelijks
het geval.
Volgens informatie op het internet is de Cordyline waarschijnlijk
niet giftig voor mensen en
waarschijnlijk
wel giftig voor honden en katten.
Wat
katten betreft heb ik daar overigens nooit problemen mee gehad.
Misschien overbodig om te zeggen maar dit soort planten moet je natuurlijk
niet gaan opeten.
Stam Op
de foto hiernaast de stam van een behoorlijk volwassen Cordyline.
Zoals goed te zien is heeft de bast een nogal grove structuur en lijkt
wel wat kurkachtig.
De stamvorming begint wanneer er steeds oude (onderste) bladeren afsterven.
Stamwortels Op de foto hiernaast
zie je wortels ontstaan op de stam.
Meestal
net boven de grond of net onder het (oude) blad.
Vochtige
omstandigheden lijken dit te bevorderen.
Het
zijn beslist geen luchtwortels.
Na
verloop van tijd verdrogen ze vaak weer.
Verstoorde Op de foto hiernaast
een Red Star waar de vorming van stam en blad niet
helemaal op
groei
de gebruikelijke wijze gaat.
Gedijen
Op de foto hiernaast staan 2 Cordylines die hier thuis van
kleine, stamloze plantjes
zijn uitgegroeid tot dit formaat.
Net zoals de gewone Groene zijn er ook (sterke) cultivars
die tot een groot formaat
kunnen uitgroeien.
Mijn
ervaring is wel dat de meer speciale cultivars (o.a. zoals die met rood/roze
blad),
wanneer ze ook grotendeels buiten blijven, vaak wat minder worden naarmate
ze ouder worden.
Groeiwijze Er
zijn polvormende Cordylines die, door de aanmaak van (vele)
zijscheuten, vooral
in de breedte groeien.
Wel is het zo dat vooral de hoofdscheut op den duur ook wel een soort
stammetje kan gaan
vormen, zie foto hiernaast.
En
er zijn stamvormende Cordylines die, door de aanmaak van een
stam,
juist
de hoogte zoeken.
Een stamvormende Cordyline kan onder gunstige omstandigheden
uitgroeien tot een
soort
boom zelfs met vertakkingen, zie foto hiernaast.
Vertakkingen
zullen vooral ontstaan na bloei.
Dichtbij
de bloeistengel komen dan 1 of meerdere nieuwe groeipunten opzetten
die
op den duur ook weer een stam (op een stam) gaan vormen.
Ook
schade, vooral bovenaan, op de stam kan leiden tot vertakkingen.
Vertakkingen
kunnen, bij uitzondering ook wel eens spontaan ontstaan.
VERMEERDERING
Zaaien Wanneer
een Cordyline gelegenheid heeft om tot een flinke plant uit
te groeien
kan
hij gaan bloeien.
Het
eerste teken daarvan is dat de omvang van de speer (het meest binnenste
blad)
dikker en steviger is dan je normaal zou verwachten.
Op de foto hiernaast is het begin van de opkomende bloeipluim te zien.
Hier is dit ook nog eens voor het eerst gebeurt in mijn eigen tuin.
De
grote bloeistengel die te voorschijn is gekomen zit vol met kleine witte,
geurige bloemetjes, zie foto hiernaast, waarop je ook een bij aan het
werk ziet.
Hieronder een 4-tal Cordylines met een bloeistengel. (locatie
Zuid-Engeland).
De gewone Groene komt makkelijk in bloei en bloeit
gewoonlijk uitbundig.
Een bruin/paarse Cordyline komt ook makkelijk in bloei en bloeit
ook goed.
Op de foto hiernaast is een uitgebloeide stengel van vorig jaar te zien,
terwijl er achterop
een nieuwe stengel is opgekomen.
Een
geelbonte Cordyline kan ook een zaadjespluim aanmaken maar
dit komt toch minder voor.
De bloeiende Cordyline op de foto hiernaast
heb ik als jong plantje gekocht.
Jarenlang is hij steeds maar hoger geworden en nu
is hij voor het eerst gaan bloeien.
Maar
een rood/roze Cordyline met een bloeistengel is wel heel uitzonderlijk.
Op
de foto hiernaast een nog behoorlijk jonge Cordyline die toch
nu al begint te bloeien.
Oorzaak
onbekend.
Als
ik de schaarse (vaak Engelstalige) informatie (vnl. van het internet)
over bestuiving
van
Cordylines goed heb begrepen, lijkt het erop dat bij zelfbestuiving
de hoeveelheid
zaadjes
nogal tegenvalt, terwijl bij kruisbestuiving met allerlij andere Cordylines
er
juist
veel zaadjes worden aangemaakt.
Mijn
eigen bloeiende Cordyline had nergens een 'medebloeier' in
de omgeving en
het
lijkt er inderdaad op dat er niet veel zaadjes zijn aangemaakt, zie
foto hiernaast.
Of zaadjes van zelfbestuiving minder goed ontkiemen, of dat de zaailingetjes
van
zelfbestuiving zwakker zijn is mij nog niet helemaal duidelijk geworden.
Na
rijping de schilletjes verwijderen en dan komen er vaak meerdere kleine
zwarte
zaadjes
tevoorschijn, zie foto hiernaast.
Soms
zijn deze zaadjes te koop online.
Liefst
verse zaadjes gebruiken, maar ook 3 jaar oude zaadjes deden het nog
goed.
Zaadjes
e.v.t. 1 nacht voorweken, daarna vooral in en deels op een (goede)zaaigrond
in
een bakje leggen en nog een beetje zaaigrond eroverheen strooien.
Deels
afdekken met plastic, maar beter i.v.m. schimmelvorming open laten en
regelmatig
met water besproeien.
Lekker
warm zetten en dan heel, heel veel geduld hebben.
Soms duurt het wel 2 maanden voordat er kleine sprietjes naar boven
komen.
Na
verloop van tijd verpotten.
Zaadjes
van een geelbonte Cordyline hadden wat meer tijd nodig om te
ontkiemen, maar
daarna
leken ze het toch heel aardig te gaan doen, zie foto hiernaast.
Echter,
na enkele weken en een hoogte van zo'n 3 a 4 centimeter, stopte het
groeien en
verschrompelden
ze allemaal.
Jaren
later toch nog eens geprobeerd met een andere geelbonte Cordyline,
maar het
resultaat
was precies hetzelfde.
Een
geelbonte Cordyline kan dus beter op een andere manier vermeerderd
worden.
Op
de foto hiernaast de enige 'geelbonte' zaailing die wel verder groeide.
Waarschijnlijk
omdat het groen in dit plantje overheerst.
De
eerste paar blaadjes hadden nog wat geel, maar daarna werd alles gewoon
groen.
Terugloop
naar groen schijnt vaker voor te komen.
Ooit
een bruin/paarse, bloeiende Cordyline gekocht, die tussen andere
bruin/paarse,
bloeiende
Cordylines in stond.
De
nazaten hiervan waren allemaal bruin/paars, alhoewel sommigen wat roder
waren en
anderen
wat meer brons.
Later
zaadjes geoogst van een bruin/paarse Cordyline langs de Engelse
zuidkust
(uiteraard
met toestemming van de eigenaar).
De
zaailingetjes daarvan waren eerst vooral groen en een deel wat al heel
snel bruiner werd.
Bij
een latere poging met zaadjes van diezelfde Cordyline ongeveer
hetzelfde resultaat.
Misschien
had deze Cordyline zelf ook wel flink wat 'groene genen' of,
waarschijnlijker,
heeft
er kruisbestuiving plaats gevonden met de vele groene, bloeiende Cordylines,
die
je daar bijna overal ziet staan.
Wat
wel bepalend lijkt, is dat de zaailingen die bestemd zijn om bruin,
bruin/paars te
worden,
ook (gedoceerd) zonlicht krijgen.
Zonlicht
lijkt de bruinverkleuring sterk te bevorderen.
Pas
natuurlijk wel op voor verbranding.
Op
beide foto's zaailingen van verschillende kleuren, groen, groen/bruin
en bruin, allemaal
van
dezelfde moederplant.
Op
de onderste foto 1 van elke kleur (zaailingen ongeveer een half jaar
oud).
Echter,
de plantjes zijn nu met 1 jaar oud toch wel allemaal (donker) groen
geworden, sommigen
met
een bruine middennerf en/of bruin aan de basis.
Ook
nog eens 50 zaadjes gekocht uit Spanje via internet, onder de naam
Cordyline
australis Purpurea.
Er
kwamen slechts 14 zaailingetjes op waarvan er kort daarna nog eens 4
sneuvelden,
1
werd meer groen dan bruin en was erg doorbuigend, dus ook geen blijver.
De
overige 9 voldeden gelukkig wel aan de verwachting.
Zou
mooi zijn als er wat gezonde planten uit gaan groeien die zoveel mogelijk
voldoen
aan
de beschrijving van de oude cultivar Atropurpurea met
z'n lange, smalle en stevige
bruine
bladeren met liefst een waasje paars er overheen.
Zaadjes
van de gewone Groene ontkiemen meestal goed en ook
daarna zijn er niet zoveel
problemen te verwachten.
Het kan dus zomaar gebeuren dat je, na verloop van tijd, een hele grote
partij planten hebt.
De zaailingen in deze bakken komen van een groene Cordyline
langs de Engelse Zuidkust.
Zaailingen Volgens
de Royal Horticultural Society in Engeland komen Cordylines
alleen maar zuiver
algemeen terug
(als de moederplant) wanneer gebruik gemaakt wordt van een stek.
Bij
zaailingen kunnen er dus wel eens variaties optreden ook al komen de
zaadjes van 1 plant.
Een
bijkomstig voordeel hiervan is dat je die plantjes eruit kunt selecteren
die het meest aan jou
wensen
voldoen.
Van
zaadje tot volwaardige plant is bij een Cordyline australis
meestal een langdurig proces.
Vooral
als de jonge planten, zoals bij mij, al heel vroeg naar buiten gaan,
en alleen bij ongunstige
weersomstandigheden
in een nauwelijks verwarmde schuur worden gezet.
Blijven ze lang (verwarmd) binnen dan zullen ze waarschijnlijk sneller
groeien.
Onderling kan er ook nog verschil zijn in het groeitempo.
Zaailingen zoals op de foto hiernaast houd ik voorlopig nog op de vensterbank
en mogen pas
bij echt gunstige weersomstandigheden naar buiten.
Afgedankte afwasteiltjes gekocht bij kringloopwinkels kunnen erg nuttig
zijn.
Tijdens een langere periode van afwezigheid kan er een klein laagje
water in worden gegoten
zodat de plantjes niet verdrogen.
Verder natuurlijk wel voorzichtig zijn met water geven.
De afwasteiltjes zijn ook makkelijk als je de zaailingen wilt verplaatsen.
Zijscheuten Wanneer een Cordyline
van boven echt is afgestorven dan kun je de stam ergens doorzagen.
Groeipunten Op de stronk die dan overblijft,
kunnen nieuwe groeipunten verschijnen en ook kunnen
Etc.
vanuit de wortels/ondergrondse stam nieuwe plantjes omhoog
komen.
Ook na bloei kunnen nieuwe groeipunten op de stam verschijnen
en vanuit de wortels/ondergrondse
stam nieuwe plantjes omhoog komen.
Op
de foto hiernaast een Torbay Dazzler stronk met diverse
groeipunten.
Om
hier weer zelfstandige planten van te maken moet je gaan opsplitsen.
Het
beste is om niet meer dan 2 groeipunten over te laten die zo ver mogelijk
uit elkaar staan.
Nu,
of wanneer ze wat groter zijn, van boven naar beneden doorzagen en er
wel voor
zorgen
dat aan elk deel voldoende wortels blijven zitten.
Daarna
elk deel oppotten met liefst alleen het plantje bovengronds zichtbaar.
Op
de foto hiernaast een Southern Splendour die na het
bijna helemaal wegzagen van de stam
nieuwe
plantjes omhoog stuurt.
Voor
opsplitsen zie hierboven.
Is
splitsen lastig dan gewoon 1 plantje overlaten en eventueel alleen kleiner
oppotten.
Wel
altijd voldoende wortels laten zitten.
Je
kunt natuurlijk ook alles gewoon laten staan om zo meerdere rozetten
bij elkaar te krijgen.
Op
de foto hiernaast zie je alweer flinke rozetten nadat er duidelijk ooit
bovenop de stam iets
is
misgegaan.
Helaas,
ook bij een gewone Groene, die doorgaans toch de sterkste
zijn, heeft de kroonrot
toegeslagen en nog wel bij een jonge plant.
Heel
snel daarna ontstonden aan de voet van de plant 3 nieuwe groeipunten/zijscheuten/stekken.
Ik
heb de stam weggesnoeid, 1 plantje verwijderd en daarna de kluit opgesplitst
met elk 1 plantje.
Op
de foto hiernaast een Torbay Dazzler met al een hele
grote wortelstek.
De
(moeder) Cordyline had nog nooit eerder gebloeid, of problemen
gehad in de kroon,
maar
bij oudere planten komt stekvorming sowieso wel voor.
Het
lijkt erop dat de stek behoorlijk diep zit en dat de wortels van beiden
helemaal met
elkaar
verweven zijn.
Eigenlijk
een beetje te laat om te scheiden.
Als
ik de stek laat zitten moet ik ze beiden in een flink grotere pot zetten,
maar veel
grotere
potten wil ik eigenlijk niet gaan gebruiken.
De
scheiding gaf heel veel beschadiging aan de wortelkluit van de grote
plant maar
ook
de stek heeft veel wortels verloren.
Ik
heb besloten om de grote Cordyline weg te doen, maar de stek
maakt een goede kans.
Een
volgende keer beter een wortelstek afnemen als die nog een stuk kleiner
is om de
grote
plant goeddeels intact te laten.
Werkwijze
(zie ook foto hiernaast): knip wat onderste/buitenste bladeren weg.
Wat
stekpoeder kan denk ik geen kwaad, daarna in goede potgrond met wat
grof zand
erdoor
en een paar stokjes om de stek wat recht te houden en voolopig nog (deels)
bedekken
met plastic maar wel heel goed ventileren.
Een
lichte plek, maar geen direct zonlicht en vochtig houden.
Zie
hier al na een week of 5 behoorlijk wat nieuw gevormde wortels (licht
van kleur).
Ook
in de kroon komen er nieuwe bladeren tevoorschijn.
Mijn
ervaring is dat een wortelstek met wat wortels eraan en 1 of meerdere
wortelstekken/
groeipunten
van een opgedeelde wortelkluit (ieder met wat eigen wortels) een goede
kans maakt
om
aan te slaan.
In
ieder geval een methode die heel goed werkt bij de Torbay Dazzler.
Op
de foto hiernaast het bovenste stukje van een Cordyline stam,
die na in een potje met aarde en
grof
zand is gezet, wortels is gaan vormen.
Belangrijk
is om wel het meeste blad er eerst af te halen (in dit geval al het
blad).
Na
controle zag ik de wortels op de stam en ook ging de kroon verder groeien.
Toch
kwamen er verder geen nieuwe wortels meer bij en verdween deze stam
in de compostbak.
Later
nog eens geprobeerd met een andere stam, maar toen kwamen er zelfs helemaal
geen
wortels
tevoorschijn.
Het
afzagen kan gebeuren om verschillende redenen.
Op de foto hiernaast een bloeistengel waarop een rozetje is gaan groeien.
Ik heb er verder niets mee gedaan, maar had het achteraf misschien moeten
afsnijden
en proberen, met wat stekpoeder, te laten bewortelen.
Ook al gaf ik het zelf weinig kans van slagen.
Op
de foto hiernaast een afgezaagde Torbay Dazzler met
enkele stamstekken.
De
grootste van de 2 lijkt geschikt om afgenomen te worden.
Werkwijze
(zie ook foto hiernaast): snij met een scherp mes de rozet eraf.
Knip
daarna behoorlijk wat weg van de onderste/buitenste bladeren.
Dip
de onderkant in stekpoeder.
Zet
daarna in stekgrond, rechtop gehouden door een paar stokjes en voorlopig
nog
(deels)
bedekken met plastic, wel heel goed ventileren.
Een
lichte plek, maar geen direct zonlicht en vochtig houden.
Helaas
sloeg na een maand de verrotting toe zonder ook maar enige wortelvorming.
Misschien
is niet alles in het hele proces optimaal geweest, maar waarschijnlijker,
is de
methode met een 'kale' stek ook wel erg kwetsbaar.
Soms
zie je meerdere Cordylines (pal) naast elkaar staan in 1 pot.
Dit kan zo blijven en zal waarschijnlijk dan een volle bos worden.
Of toch voorzichtig uit elkaar halen en apart oppotten.
Polvormende
Cordylines zoals Electric Pink maken voortdurend
zijscheuten aan.
Vermeerdering kan dus heel goed door 1 of meerdere stevige zijscheuten,
met een flinke
wortelkluit, af te nemen en opnieuw op te potten.
Wanneer
er een bloeistengel opkomt lijkt het normale proces van nieuwe bladvorming
even
te stoppen.
Korte tijd later zie je vaak 1 of meerdere groeipunten/speren naast
de bloeistengel opkomen.
Bij
1 van mijn bloeiende Cordylines sneed ik al in een vroeg stadium
de bloeistengel weg om
zo
de plant wat te sparen.
Op
de foto hiernaast zie je de nieuwe groeipuntjes al opkomen.
Zo
kan dus een en ander, na bloei, ook wel aardig bij het oude blijven.
De Cordyline op de foto hiernaast heeft ongeveer 2 jaar geleden
gebloeid en maakte daarna
een
nieuwe groeipunt aan die netjes rechtop groeide, terwijl de oude rozet
langzaam afstierf.
Er zit wel een soort kronkel in de stam precies waar nog een stukje
van de bloeistengel
te zien is.
Helaas is dat laatste stukje bloeistengel ondertussen helemaal verdwenen
en heeft een
holte/gaatje in de stam achter gelaten.
Hopelijk gaat dat geen problemen geven.
Ook nog hiernaast een bruine Cordyline met 2 bijna gelijke
rozetten.
De oorspronkelijke rozet is al langere tijd verdwenen en nu zijn daar
dus 2 nieuwe voor in
de plaats gekomen.
Vermeerdering Vermeerdering waarbij verder wordt
gegaan met een deel van bestaande wortels betekent
algemeen dat
de plant een asymetrisch wortelgestel heeft en waarschijnlijk ook zal
houden.
Of
dit voor de plant later nog consequenties heeft weet ik (nog) niet.
Al
deze vermeerderings processen en ook zaaien kunnen het beste plaatsvinden
in het vroege
voorjaar/begin
zomer.
Je
moet veel geduld hebben want er gaat meestal heel veel tijd overheen
voor er iets gebeurt/
aanslaat
en succes is lang niet altijd verzekerd.
Maar
wel altijd de moeite van het proberen waard.
Micropro- Is het op
grote schaal vermeerderen van Cordylines.
pagation
Een proces dat in het laboratorium begint en pas dan verder gaat
bij de teler.
De
meeste aangeboden Cordylines komen tegenwoordig zo tot stand.
Bij
deze methode schijnt het zelfs vaker voor te komen dat er mutaties/variaties
optreden
die
de aanloop kunnen zijn voor een nieuwe cultivar.
Misschien
vandaar ook wel de enorme verscheidenheid aan cultivars die er nu zijn.
Op
de foto hiernaast staan een aantal jonge Cordylines, gekocht
via internet in Nederland.
Waarschijnlijk
tot stand gekomen d.m.v. micropropagation.
TOEPASSINGSMOGELIJKHEDEN
ETC.
Of het nu gaat om potten, bakken, manden, tonnen, teilen, bloemperken,
parken etc., Cordylines zijn bijna overal
(vaak als middelpunt) toe te passen.
In Engeland zie je dat heel vaak, in Nederland slechts een enkele keer.
Bexhill
Doorn Little
Venice London
Tenterden
Whitstable Hastings Rye Hampstead
London
Hastings
Clacton-on-Sea Clacton-on-Sea Hastings
Piccadilly London
Whitstable
Hythe
Lenham
Deal
St
Leonards-on-Sea
Pett Level
Rijswijk
Ook de boot niet gemist.
Hastings
Hastings
Hastings
Hastings
In een mild klimaat(zoals in Zuid-Engeland) kan de Cordyline australis
flink uitgroeien.
Bijna altijd gaat het dan wel om de gewone Groene,
maar soms kom je ook een flinke tegen van een andere kleur.
St Leonards-on-Sea
Hampstead London St
Leonards-on-Sea
Catsfield
Zoetermeer Eastbourne Folkestone
St
Leonards-on-Sea
Broadstairs Folkestone Bexhill
Bexhill
Blikvangers.
Rijswijk ZH
Broadstairs
Rijswijk ZH
Rijswijk ZH
Boskoop
Clacton-on-Sea Hastings
Folkestone
St Leonards-on-Sea
Rijswijk ZH
Eastbourne
Eastbourne
Pagina 1 Pagina 2
|